Iedereen die zich een beetje onder de mensheid beweegt, ziet dat er in Nederland iets goed mis is: het gaat ons economisch voor de wind, maar tegelijkertijd zien we ook de toegenomen armoede.

Armoede-rijkdom-shutterstock_1258816126

Het wil maar niet lukken om de welvaart zo goed mogelijk te verdelen zodat iedereen meeprofiteert. Het meest schrijnende is misschien wel dat zelfs nu steeds meer mensen met een minimuminkomen en zelfs met een middeninkomen gebruik moeten maken van de voedselbank. Het aantal dak- en thuislozen is de laatste tien jaar toegenomen van 20.000 naar 40.000: niet alleen onder de minima maar ook onder de mensen met een baan. Ruim 420.000 kinderen en meer dan 320.000 werkende Nederlanders leven in armoede. Vandaag gaf De Nederlandse Bank de waarschuwing af dat heel veel huishoudens financieel kwetsbaar zijn: zij zijn niet in staat om binnen een maand een bedrag van 2000 euro bij elkaar te krijgen om tegenslagen op te vangen.

Kosten van levensonderhoud harder gestegen dan inkomens

Waar het op neer komt is glashelder: we zijn meer geld kwijt aan kosten voor levensonderhoud dan dat er binnenkomt. In 2018 en 2019 was de grootste prijsstijging na 2002 door verhoging van de btw en de energiebelasting. De werkloosheid is historisch laag - nog nooit werkten zoveel mensen in Nederland: 9 miljoen – maar steeds meer mensen werken in flexverband. Deze mensen hoppen van de ene flexbaan naar de andere flexbaan. Dit gaat gepaard met continue stress, onzekerheid en alles wat komt kijken bij het gebrek aan perspectief.

Commissie Borstlap: meer ongelijkheid en onzekerheid

De commissie Borstlap die in opdracht van minister Koolmees onderzoek deed naar de arbeidsmarkt in Nederland kwam bij de presentatie van haar eindrapport afgelopen week tot de onverbiddelijke conclusie dat in Nederland sprake is van te veel ongelijkheid en onzekerheid op de arbeidsmarkt. De grote verliezers zijn de mensen met een flexcontract en zzp’ers. Mochten mensen het afgelopen jaar er financieel al op vooruit zijn gegaan: de extra’s zijn opgegaan en hogere kosten voor wonen, boodschappen en stoken.

Dit zijn geen op zichzelf staande ontwikkelingen, maar het gevolg van bewuste keuzes en kabinetsbeleid. Niet zo lang geleden hoorde ik minister Hoekstra van Financiën op de radio zijn zorg uitspreken over het feit dat zoveel mensen het financieel zwaar hebben ondanks de economische groei. Diezelfde minister kiest ervoor om niét te investeren in de samenleving, maar de schatkist te spekken met 16 miljard euro.

'Niet het moment om wettelijk minimumloon te verhogen'

Jasper van Dijk (Tweede Kamer, SP) heeft het kabinet verzocht het minimumloon te verhogen. Het antwoord van het kabinet? Dit is niet het moment. Minister Koolmees (SZW) liet weten dat er allerlei maatregelen zijn genomen om de koopkracht te verbeteren. Maar dat er ook allerlei maatregelen zijn genomen om die koopkrachtstijging teniet te doen, is er niet bij vermeld.

Ik vraag me werkelijk af wanneer dat moment er wel is. Duidelijk is in ieder geval dat niet de cliëntenbelangen (van de sociale zekerheid) voorop staan. De pensioenonderhandelingen, het belastingstelsel, inkomensregelingen en toeslagen: daar gaat de aandacht naar uit. Een keuze voor verhoging van het wettelijk minimumloon kan, zo is het idee van het kabinet, een domino-effect hebben waar ze nu even geen zin in heeft. Maar een goed inkomen kunnen verdienen, is wel essentieel om deel te kunnen nemen aan de maatschappij.

Investeer vooral in participatie en perspectief nu het financieel mogelijk is

Participatie, met name economische participatie, is een groot goed. Mensen worden gelukkig van werk waarin ze talenten kwijt kunnen en een inkomen verdienen waarvan ze ook kunnen sparen.

We werken, we dragen bij, we voelen ons gewaardeerd, we leren, we ontwikkelen onszelf, we komen vooruit. Meedoen en werken heeft invloed op hoe wij ons voelen en op onze gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Het bepaalt in hoge mate of we ons gelukkig voelen of ongelukkig.

Dat iedereen mee kan doen en kan werken gaat niet vanzelf. Het vergt een overheid die tijdig ingrijpt, investeert, stimuleert en beschermt waar nodig. Na jarenlange bezuinigingen in de publieke sector waardoor de bestaanszekerheid van veel Nederlanders is aangetast, zou je toch denken dat nu de tijd aangebroken om weer te investeren in mensen en in die publieke sector.

In de begrotingsbrief voor 2019 heeft de LCR een aantal suggesties gedaan. Het gaat vooral om scholing en instrumenten voor mensen om weer aan het werk te gaan, aan het werk te blijven en vooruit te komen op de sociaal economische ladder. Maar het gaat ook altijd weer om bescherming als het even misgaat. De noodzaak om iets te doen aan de koopkracht van minima wordt overal gevoeld behalve bij het kabinet lijkt het wel. Zo spraken diverse prominenten hun bezorgdheid uit over de daling van de koopkracht onder minima vorig jaar juni. Wetenschappers, bankiers, OESO, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), De Nederlandse Bank, het Centraal Plan Bureau (CPB) en zelfs de Telegraaf vinden dat het noodzakelijk is om te investeren. 

Het bijzondere rijtje geeft wel aan dat vriend en vijand het met elkaar eens is dat investering in mensen hoognodig is. En dat is heel wat waard in de polder. 

Nu nog het kabinet het juiste moment laten vinden.

Amma Asante

LCR-voorzitter

Op de hoogte van alle berichten van de LCR

Wij plaatsen regelmatig berichten op onze website. Die delen we graag! Wil je op de hoogte blijven van wat er speelt binnen de LCR en de onderwerpen waarmee wij ons bezighouden? Schrijf je dan in voor onze nieuwsdienst.